Nooit één held bij hulpverleners

Nooit één held bij hulpverleners

“Ik vraag applaus voor iedereen die mijn leven en dat van pa heeft gered”

Johan Willems (35) en zijn vader Ronny (63) geraakten in de zomer van 2017 zwaar verbrand. Tijdens een ketenavond in Campus Vesta in Emblem kwamen alle hulpverleners, van de eerste oproep in de noodcentrale tot het ontslag uit het ziekenhuis, aan het woord.

“Heel leerrijk”, zo omschrijven ambulanciers Davy Bo­gaerts en Marc De Seck na afloop de tweede ketenavond in provinciaal opleidingscentrum Campus Vesta. “Ambulanciers vormen schakels in de keten die achteraf zelden nog feedback krijgen over het herstel van de patiënt. Door hier ook te horen hoe de andere hulpverleners en de patiënten alles ervaren hebben, krijg je nieuwe inzichten”, vindt Davy.

Ontploffing in garage

Johan (35) kan nog haarscherp vertellen hoe hij en zijn vader Ronny (63) op 22 juni 2017 zwaar verbrand geraakten tijdens een ontploffing in hun garage in Ravels. Een wagen op LPG met een motorprobleem stond boven de smeerput. Ronny stond in de smeerput en ving de vuurbal als eerste op. Hij geraakte voor veertig procent verbrand, terwijl Johan voor twintig procent verbrand werd.

“Ik heb mijn vader eerst uit de put gesleurd en onder de douche gelegd om af te koelen”, zegt Johan. De juiste reflex, getuigden alle hulpverleners. De noodcentrale had intussen een oproep binnen gekregen over een ontploffing in een garage.

“Wij waren er snel, want het was in onze straat”, zegt ambulancier Davy. “Maar we wisten dus nog niets over het aantal slachtoffers. En dan kom je daar en tref je twee mensen aan.”

Reanimatie

Johan werd op zijn beurt in de privéwoning onder de douche gezet. Er kwamen nog een ambulance en MUG-team van Turnhout ter plaatse. Die MUG-arts nam de wellicht levensreddende beslissing om de twee patiënten niet naar Turnhout, maar naar het Brandwondencentrum van het Stuivenbergziekenhuis in Antwerpen te brengen.

De spoedverpleegkundige van ZNA Stuivenberg en chirurg Lieve Decuyper van het Brandwondencentrum herinneren zich hoe het aanvankelijk nog leek mee te vallen. Maar de toestand van Ronny verslechterde. Hij moest zelfs gereanimeerd worden en kampte met veel complicaties.

Tweehonderd dagen

Intensivist Karen Schoonheydt en Tina Visser, zorg­coördinator in het Brandwondencentrum, schetsten de lange lijdensweg en zware verzorging van brandwondenpatiënten. Ronny verbleef in totaal tweehonderd dagen in het Brandwondencentrum.

Johan herinnert zich de zeer pijnlijke wondverzorging. Zowel vader als zoon volgen nog altijd nabehandeling in Oscare in Merksem, waar ze geholpen worden door kinesist Jurgen Van Tichelen. Ook thuis moest een heel zorgnetwerk geactiveerd worden.

Lege spaarrekening

Johan is sinds oktober vorig jaar weer aan het werk. “En dat was nodig, want mijn spaarrekening was bijna leeg”, zegt hij.

Ook Sabine Buntinx, directeur patiëntenzorg in het Stuivenbergziekenhuis, wees erop dat een goede hospitalisatieverzekering lang niet alles dekt voor brandwondenpatiënten.

“Hydraterende zalven, het vervoer van thuis naar Oscare in Merksem: ook die financiële zorgen wegen op de patiënten.”

Dankbaar

Vader Ronny is op kuurkamp in Spa voor watertherapie. Maar Johan is blij dat hij voor hen tweeën kon getuigen.

“Ik vraag applaus voor iedereen die ons leven gered heeft. En ik ben ook dankbaar dat er in Antwerpen zo’n geweldig nazorg- en onderzoekscentrum als Oscare bestaat.”

Bron: Het Nieuwsblad


Oscare zet zich dagdagelijks in voor mensen met brandwonden en littekens. Samen met jouw steun kunnen we de strijd tegen brandwonden verderzetten.

Steun jij Oscare?

Ik steun Oscare in de strijd tegen brandwonden en littekens

Form not found

Reeds ingezamelde bedrag: Form with ID 4260 not found